Menu
Artikelen
2015/3
Twintigjarige verjaringstermijn ex art. 3:307 lid 2 BW t.a.v. vordering uit voorbehoud in een vaststellingsovereenkomst begint pas te lopen als gelaedeerde bekend is met het feit waarop het voorbehoud betrekking heeft en de vordering dus opeisbaar wordt.
Om het volledige artikel te lezen dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben.
Inloggen Bekijk onze abonnementen
Gerelateerde artikelen
Artikelen
2015/3
3. Thuisonderwijs en de vrijstelling wegens richtingsbedenkingen: een Babylonische spraakverwarring
8 april 2025
Naar dit artikel
Artikelen
2015/3
4. Klachtenbehandeling door de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs: nu en in de toekomst
8 april 2025
Naar dit artikel